Achtergrond

Vanuit overleven naar echte verbinding

Opgroeien als middelste in een gezin van zeven kinderen betekende voor mij vooral aanpassen en alert zijn. Mijn vader had een autoritaire houding en worstelde met alcoholproblemen. Daardoor leerde ik al vroeg dat het beter was om me stil te houden: mijn mening telde niet, gevoelens waren lastig, en ruimte innemen voelde onveilig.

Mijn moeder kon op haar beurt niet omgaan met emoties – niet die van zichzelf, en ook niet die van haar kinderen. Verdriet, frustratie of ruzie werden weggemoffeld. “Pssssst…”, zei ze dan – alsof alles stil moest zijn, net als bij een leeglopende fietsband. Zo leerde ik dat conflicten, meningsverschillen of kwetsbaarheid geen plek hadden in het contact.

Als er ruzie was, moest dat zo snel mogelijk de kop in worden gedrukt. Gevoelens werden weggewuifd. “Er zijn nog genoeg andere jongens,” zei mijn moeder toen mijn vriendje het uitmaakte. Troost of een luisterend oor? Die kreeg ik niet. Dus ik leerde: mijn gevoelens doen er niet toe.

Jarenlang uitte zich dat in mijn manier van omgaan met anderen. Ik vermeed confrontaties, paste me aan en liet mijn eigen gevoelens achterwege. In gesprekken ging het vaak over de ander – ik was er vooral op gericht om het de ander naar de zin te maken. Dat leek op samenwerken, maar echte samenwerking begint bij jezelf serieus nemen.

In mijn volwassen leven ben ik stap voor stap gaan leren om mijn gevoelens te herkennen, te erkennen en te delen. Haptotherapie hielp me om weer contact te maken met wat ik voel. En coaching hielp me om dat wat er in mij leeft ook in woorden om te zetten.

Een belangrijke les kreeg ik in een gesprek over een lastige werkrelatie met mijn manager. Mijn coach zei: “Jij komt zo sterk over, maar hoe moet iemand weten wat iets met je doet als je het niet vertelt?” Die zin raakte me. Ik besloot het gesprek aan te gaan. De tranen in de ogen van mijn manager toen ik mijn gevoel deelde… dát was het moment waarop de samenwerking veranderde. Kwetsbaarheid bracht ons dichter bij elkaar. 

Sindsdien weet ik: openheid in communicatie is de basis voor echte samenwerking. Door uit te spreken wat er in je leeft – verlangens, grenzen, gevoelens – ontstaat er verdieping. Het maakt het contact eerlijker, menselijker en effectiever.

Want samenwerken is meer dan afstemmen op de inhoud; het vraagt ook om afstemmen op elkaar.

Wat ik heb geleerd – en wat ik jou ook gun – is dit:

Goede samenwerking begint bij jezelf

  • Bij het herkennen van je gevoelens.
  • Bij het delen van wat iets met je doet.
  • Bij het uitspreken van je grenzen en wensen.

Want juist in die openheid ontstaat verbinding. In werk, in relaties, in het leven.

Ben jij er klaar voor om jezelf weer ruimte te geven? Om niet langer te leven op de automatische piloot, maar bewust te kiezen voor verbinding – met jezelf én met anderen?

Ik help je daar graag bij. Neem contact met mij op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek.

Waar ik nu sta en wie ik ben, is te lezen in Dit ben ik.